dinsdag 23 juli 2013

12 mei Suriname Krabben en Palm

KRAAAAAAAAAK! Met veel kracht en zonder blikken of blozen trekt onze gids Dinesh het rugpantser van de zojuist gevangen krab. Met zijn scharen grijpt hij wild om zich heen en de rest van zijn pootjes spartelen onrustig.
Voor even althans.

Elise gruwelt van deze dierenmishandeling en uiteindelijk vraagt Dinesh om zijn mes om definitief een einde te maken aan het leven van de krab. Waarvan hij zegt dat dat allang ten einde was. TJAK. Het mes verdwijnt in het open liggende krabbenlijf en met veel geweld hakt hij het lijfje doormidden. De poten blijven bewegen. “Nu geloof je toch wel dat hij echt dood is toch?” Vraagt hij aan haar. Ze knikt. Ik ben stiekem ook opgelucht dat ik nu zeker weet dat het beestje ter ziele is.

We zijn in Bigi Pan, een natuurgebied in Nickerie. Het is de grootste open water lagune van Suriname en dus is het een zeer goede plek om vogels te spotten. We varen mee in het bootje van Dinesh. Dinesh is verpleger in het streekziekenhuis maar doet dit erbij om een centje bij te verdienen. Echt heel slecht gaat dit niet want hij kwam in een spiksplinternieuwe minivan aanrijden. Het busje heeft alles er op en eraan. Hij is verlaagd, de bekleding is van wit leer. Het dashboard is prachtig afgewerkt en heeft allemaal handige houdertjes waar flesjes, bekers of blikjes stevig in blijven staan. Ik heb het halve liter blik Parbo bier niet één keer zien schommelen! “Bier wordt hier gezien als frisdrank, als je gaat drinken neem je rum toch.” Beantwoord hij mijn verbaasde vragende blik.

Bij de aanlegplaats van de lange smalle boot ligt een kerel in een kruiwagen te slapen. Dinesh trapt tegen de kruiwagen en de man schiet wakker. Hij lacht als Dinesh uitlegt dat hij komt helpen maar dat hij dacht dat we vanmorgen al weggingen, toen hier niemand was is hij maar gaan drinken. Logisch.

Wiebelend en kuchend loopt hij over de smalle steiger naar het bootje. Ik kijk het aan hoop dat het goed gaat. De man komt uit Brits Guyana en is dus een vluchteling en dus dakloos en waarschijnlijk verslaafd. Verslaafd aan drank maar ook aan drugs. Nickerie is een doorvoerhaven van cocaïne en crack heb ik mij laten vertellen. Zonder verdere kleerscheuren weet hij zijn plek voor in de boot te vinden nadat hij ons heeft los geduwd.

We varen over de Nickerie rivier naar de oversteekplaats. De lagune bevindt zich aan de nadere kant van de dijk en oversteken kan maar op een enkele plaats. Dit oversteken gaat met veel geweld en mankracht. De oversteekplaats bestaat uit stalen rollen die over het dijkje zijn geplaatst. Het is dus zaak om de boot er tegenaan te varen en dan te gaan duwen. De boot vanaf de andere kant doet het zonder duwen. Die ging hard genoeg om in een keer naar boven te glijden. Dinesh wil zijn boot liever nog een tijdje houden. We moeten dus helpen met duwen en trekken. Aan de andere kant van de dijk ziet de wereld er heel anders uit. Aan weerzijden van de smalle kreek staan bomen half in het water. De walkant zit vol gaten waar ijsvogels en krabben huizen. In de bomen zitten kleine annies, grote annies, grietje bies, krabbenwouwen, slakkenbuizerds, witvlekbuizerds, kleine zilverreigers, grote zilverreigers (die wit zijn) en met een beetje geluk gaan we ook nog Rode Ibissen zien.

Het water is heerlijk warm merk ik als ik mijn hand in het water steek. Dinesh staat ondertussen voor op de boot met een net Tilapia te vangen en de Guyanees stroopt de walkant af naar krabben. Die hij vervolgens in een emmer flikkert die op de boot staat. Van een afstandje. De krabben kruipen er net zo snel weer uit, boos en bang en dat is te zien aan de scharen. Dinesh besluit een eind te maken aan deze toestand en pakt zijn mes. We varen ondertussen rustig verder.
Aan het eind van de kreek begint er een gigantisch meer, her en der in het meer staan houten huizen op hoge palen. Rood, blauw groen, pastel, de meesten kunnen wel een nieuw likkie verf gebruiken. Hier overnachten vissers als ze in de nacht gaan vissen. Of toeristen op een toertje. Ik had al begrepen van Elise dat dat niet perse heel leuk is en dat gegeven wordt bevestigd als we even langs een hut gaan waar toeristen gaan overnachten. De gidsen hebben al heel snel geen oog meer voor hun gezelschap maar alleen maar voor ons nieuwkomers. Een oudere toerist probeert zich te bemoeien met het poseren met het jachtgeweer, maar hij wordt zonder veel woorden aan de kant geschoven. “ja maar ze doet het helemaal fout! Ik heb in het leger gezeten hoor……” Mekkert hij nog even na.

Ondertussen krijg ik een uitleg over het gebruik van Palm. De rum uit Mariënburg met een alcoholpercentage van maar liefst 90%! “Als je puur drinkt is het alleen maar goed om je maag te reinigen toch.” Legt Mantje uit. “We drinken het dus met een ruime hoeveelheid cola. Nou ja ik. Er zijn ook veel mensen die het puur drinken hoor. Maar die zijn niet goed toch.”
Duidelijk verhaal Mantje. Ik krijg een glas van het verraderlijke mixje en neem voorzichtig een slok. Het valt mee, hij heeft er genoeg cola bij gedaan. Voor één keer kan ik die gewone cola wel handelen. Het hoge alcoholpercentage in de palm heft een groot deel van de suikers in de cola wel op. Het is hier best lastig om cola light te krijgen. In de supermarkt staat het meestal wel maar je kan er niet van uit gaan. En op dit soort tripjes nemen ze het al helemaal niet mee. Cola, Fernandes, sap, bier, Palm en Borgoe. Dat is dus wel even opletten.

Aan de horizon vliegt een groep rode ibissen tegen de bijna ondergaande zon. We varen terug. Het moet hier heerlijk stil zijn als iedereen een fluisterboot zou hebben. Helaas werkt dat niet zo hier, hoe harder hoe beter!
Met een zak vol schoongemaakte krabben lopen we weer het huis in. Ik zet de pan op het vuur en spoel de krab nog eens goed af met echt schoon water. De smaak is een beetje gronderig en er zit bijna geen vlees in de beestjes. Dat wordt alsnog trimmen naar de chinees.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten