vrijdag 28 juni 2013

8 mei 2013 Amsterdam-Paramaribo

Het vliegtuig instappen is op zich al een hele beleving als je naar Suriname gaat. Iedereen schijnt elkaar te kennen en iedereen staat dus uitgebreid te ouwehoeren. Zelfs de langslopende crew is voor minstens de helft van de reizigers een bekende.
Ik sta rustig in de rij te wachten totdat ik mijn handbagage en lichaam mag laten doorlichten, letterlijk en figuurlijk, als een Surinaamse dame tegen me begint te kletsen. “Ben je al eerder in Suriname geweest?” “oh Spannend!!” “En wat ga je daar doen?” En je zal wel wat aankomen daar met al dat lekkere eten!” “Normaal ga ik nooit met SLM (Surinaamse Luchtvaart Maatschappij)hoor maar ze hadden nu zo’n goede aanbieding! Je zal het wel zien straks, is echt een tweederangs maatschappij.” “Mijn dochter werkt en woont in Suriname, waar ga jij verblijven?” ‘Ze is daar verpleegster.”
Mijn antwoorden vervliegen in de vragen. We moeten door de scan.

Ouderen en zwangere vrouwen mogen voor. Dat voorspelt een hoop goeds over hoe men met elkaar omgaat in onze voormalige kolonie. Het vliegtuig zit vol met Creolen en Hindoestanen en één bleekscheet. De Creolen en Hindoes negeren elkaar een beetje maar het mannelijke deel daarvan heeft wel allemaal de zelfde eigenschap. Ze staan op hoekjes verdekt opgesteld. Nu had ik dat op straat in Amsterdam al eens gezien maar dacht altijd dat het dealers waren. Ze doen het in het vliegtuig dus ook.

Omstebeurt

Ze nemen plaats achter een soort afscheiding bij de toiletten. Eerst dacht ik echt dat er steeds iemand stond te wachten maar uiteindelijk zag ik ook steeds iemand het toilet ingaan en weer uit komen. De man achter het schermpje spreekt de toiletbezoeker steevast aan. Bij de wat jongere vrouwen doet hij iets beter zijn best en houdt hij de deur open. Als hij daarmee klaar is dan kijkt hij om het hoekje van het scherm, waarom is niet helemaal duidelijk, het kan twee doelen dienen. 1: hij kijkt of al zijn mannelijke vrienden het wel gezien hebben, en 2: hij kijkt of zijn vrouw niet boos is.
Uiteindelijk kijkt zijn vrouw een keer boos natuurlijk en keert hij terug naar zijn plek, de plek bij de toiletten wordt direct weer ingenomen. En het spelletje herhaalt zich. Als ik naar de wc ga blijft het stil.

Het cabine personeel blinkt uit in verscheidenheid. Waar bij alle andere maatschappijen het personeel allemaal hetzelfde lacht, het zelfde loopt en hetzelfde zegt is het hier totaal andersom. Er loopt een strenge tante, een femme fatale en een flirterige playboy (hetero).De flirterige playboy loopt in mijn pad. Dit resulteert in een matige bediening want hij besteedt veel meer aandacht aan de vrouwen. Mijn achterbuurman vindt dit geheel vanzelfsprekend. Zijn vrouw kijkt hem vragend aan.

Ondertussen denk ik maar aan één ding. Mijn lieffie staat straks op me te wachten. Drie maanden is lang en ik hunker naar haar armen om me heen, haar glimlach haar kussen en nou ja dat. Na negen uur lang naar alleen maar wolken te hebben gekeken, in alle mogelijke vormen, dat wel, komt er eindelijk land in zicht. We zijn er! Bijna
We vliegen boven één grote groene massa, doorspekt met rode wegen. Gelukkig, het is duidelijk anders dan Nederland. Er lijkt geen einde aan te komen terwijl ik dacht dat het vliegveld redelijk dicht bij de kust lag. Maar uit het niets is daar de landingsbaan met aan het eind een gebouwtje. De aankomst hal.






















De aankomsthal!!!!!!!!

Daar staat ze! Mijn hart begint sneller te kloppen, ik krijg het ineens heel erg warm en ik sta direct mijn tas uit het bagageluik te sleuren zodra het mag. ‘Schiet op!!!’ Denk ik als iedereen rustig kletsend in het gangpad blijft staan om weer iemand er tussen te laten. Ik stap eindelijk het vliegtuig uit.

BAM!!

De vochtige warmte slaat me hard in het gezicht, het is drie uur in de middag en de zon straalt als een malle lijnrecht boven mijn hoofd. We moeten een meter of 300 lopen. Wat op zich wel ff lekker is. ik wil eigenlijk rennen maar daar vindt ik het nu al te warm voor. Dan de douane nog en dan de ook nog de koffer. Pffffff dat duurt nog wel een uurtje.
Of twee, de douanier werkt in een vernietigend traag tempo en mijn koffer komt als aller- aller- allerlaatste. Ik kan net niet de aankomsthal inkijken of ze er is. maar ik voel haar aanwezigheid. Als ik eindelijk de bagageband verlaat sprint ik naar buiten! Daar staat ze! Mijn lieffie!
We omhelzen elkaar en knuffelen elkaar en knijpen elkaar fijn. Eindelijk! Samen een hele maand Suriname ontdekken!