zaterdag 23 februari 2013

Waarom niet doen wat de dokter zegt?

Allereerst een korte simpele uitleg over diabetes. Diabetes is een ziekte waarbij het lichaam geen (type 1) of niet genoeg (type2) insuline produceert. Die insuline zorgt ervoor dat de suikers (koolhydraten) in het eten worden omgezet in een bruikbare brandstof voor het lichaam. Eigenlijk net zoiets als bij een raffinaderij. Er komt ruwe olie uit de grond en door de raffinaderij wordt het benzine of diesel waar een auto op kan rijden. Zonder die insuline blijven de koolhydraten dus gewoon ruwe olie en gaat het lichaam stuk.
Die insuline moet handmatig in het lichaam worden gebracht door een injectie, of door pillen, in het geval van type 2. Die hoeveelheid insuline moet gelijk staan aan de toevoer van koolhydraten anders is de balans zoek. Een wankel evenwicht dus waar suikerpatiënten altijd mee aan het worstelen zijn. Tot zover de meest uitgeklede en simpelste versie maar een erg belangrijke voor de term ‘therapieontrouwgedrag.’

In mijn vorige verhaal had ik het over de redenen die ten grondslag liggen aan de diabetes problemen in Suriname. Therapieontrouwgedrag was er daar één van. Op zich laat de term niet veel aan de verbeelding over, je krijgt een therapie voorgeschreven en daar houd je je niet aan. Simpel. Ja. Alleen waarom zou je dat niet doen?

Als mijn internist of diabetesverpleegkundige mij deze vraagt stelt of stelde, dan wist ik er eigenlijk niet zo goed antwoord op te geven. Ik voelde mij betrapt. Ik wist heus wel dat het slimmer was om mij gewoon aan de voorgeschreven regels te houden. Maar ja ik was ook maar een puber en vond sowieso alles stom en ik vond dat ik zelf wel uitmaakte wat ik wel of niet kon doen. Pubergedrag dus, gewoon regelontrouw. Dit dreef mijn ouders tot waanzin, bij hen was het wel al doorgedrongen wat deze ziekte met mijn lichaam deed.

“ja precies jongen!” Zegt de Surinaamse diabetesverpleegkundige lachend tegen me als ik met haar praat over dit fenomeen. “Je was een puber! Wist niet beter en schopte overal tegen aan. Niks mis mee! toch? Het probleem is dat veel mensen in Suriname altijd puber blijven.” Zegt ze half lachend. Half lachend, want aan de ene kant is het natuurlijk heerlijk om altijd jong te blijven. Geen problemen, geen zorgen buiten de zorg dat er genoeg eten is en dat je een meisje of jongen moet zien te ontmoeten. Maar er komt een punt dat je verantwoordelijkheden moet nemen. Zeker als je diabetes hebt. Zoals in het leven van bijna iedere puber bestaat in Suriname de toekomst niet. of beter: de toekomst komt zoals deze komt. "Dat zien we dan wel."

En dan is er ook nog een ander belangrijk onderdeel van het Surinaamse leven dat bijdraagt aan therapieontrouwgedrag. De eetcultuur.
Een gemiddelde Surinaamse maaltijd bevat: Een Roti die gemaakt is van bloem en aardappel, rijst en saus die gebonden wordt door er stukken aardappel bij te doen. Dit zijn al drie bronnen van koolhydraten. (zie eerste alinea) Twee keer flink opscheppen hoort hier ook bij Hier wordt cola bij gedronken of het misschien wel nog zoetere Fernandez. Verder is er altijd wel een aanleiding om iets meer te eten.
Suriname kent vele geloven die allemaal hand in hand door het leven gaan. Dat is mooi natuurlijk en daar kunnen we in Nederland alleen maar van dromen. Nadeel is alleen wel dat iedereen iedere religieuze feestdag voluit mee viert, met de gebruikelijke volumineuze maaltijd. Of er is iemand jarig, of er is ergens in de familie een kindje geboren of iedereen heeft gewoon honger.

Lekker veel eten dus. Als je ‘suiker’ hebt kan je eigenlijk niet mee doen. Oké met type 1 kan je best af en toe wat meer insuline spuiten zolang je maar je bloedsuiker controleert zodat je de balans in evenwicht houdt. Voor Type 2 diabeten, de meerderheid, ligt dit veel ingewikkelder. Die moeten gewoon opletten met wat ze eten. Maar probeer dat maar eens te doen als grootmoeder de hele dag haar best heeft gedaan in de keuken om de hele tafel vol te zetten met heerlijke gerechten! Om maar te zwijgen van de misprijzende blikken als je een klein, lees normaal, portie opschept of maar één keer. “Je vind het wel lekker? Toch?”

Derde aspect is berusting. ‘Het zal wel mijn lot zijn.’ Veel mensen denken dat het een soort straf is. En een straf moet je ondergaan, zonder morren en in vrede met de gevolgen. Wel zo makkelijk, want dan kan je gewoon doorgaan met die ongezonde levensstijl en de gevolgen kunnen worden weggewuifd.

Therapieontrouwgedrag. Het is een heel erge rot term want het ligt gewoon veel ingewikkelder dan het niet volgen van voorgeschreven regeltjes. Gewoontes, cultuur, geloof. Allemaal spelen ze een grote rol. Maar zeker ook onwetendheid. Een groot deel van de bevolking kan niet lezen en schrijven. Ik kan mij indenken dat zij wel iets anders aan hun hoofd hebben dan tijdens het eten koolhydraten te tellen. Zoals in de folder staat geschreven die ze hebben meegekregen van de huisarts……….


Volgende keer meer over dit onderwerp, en over bewegen en schaamte...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten